Niet stapelen maar vervangen

Dagelijks zitten de mailbox en de brievenbus van kindcentra vol met prachtige en leerzame activiteiten waar leerlingen graag aan deel zouden nemen. Maar de werkdruk is al hoog en deze activiteiten stapelen bovenop het werk dat allemaal al moet. Niet stapelen, maar vervangen helpt om deze prachtige en leerzame activiteiten toch in het curriculum van het kindcentrum te plaatsen. Niet door te stapelen, maar door te vervangen. En door een goede samenwerking van gemeente, schoolbesturen en lokale educatieve partners als bibliotheek, GGD, sport en bureaus voor technologie en natuur. Het gemeenschappelijk aanbod van al deze partners is hier te vinden. Meer informatie is te vinden op onze website.

Oriëntatie op jezelf en de wereld

  • 34 Gezondheid
    De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen.
  • 35 redzaam gedrag
    De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument.
  • 36 staatsinrichting
    De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger.
  • 37 waarden en normen
    De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.
  • 38 geestelijke stromingen
    De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit.
  • 39 milieu
    De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.
  • 40 planten en dieren herkennen
    De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving.
  • 41 bouw van organismen
    De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.
  • 42 natuurkundige verschijnselen
    De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur.
  • 43 weer en klimaat
    De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van
    temperatuur, neerslag en wind.
  • 44 kennis van producten
    De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik.
  • 45 technische oplossingen
    De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren.
  • 46 dagritme en seizoenen
    De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon, seizoenen en
    dag en nacht veroorzaakt.
  • 47 ruimtelijke inrichting
    De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.
  • 48 omgang met water
    Kinderen leren over de maatregelen die in Nederland genomen worden/werden om bewoning van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken.
  • 49 spreiding van bevolking en landschap
    De leerlingen leren over de mondiale ruimtelijke spreiding van
    bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren.
  • 50 kaart en atlas
    De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld.
  • 51 historische bronnen
    De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
  • 52 tijdvakken
    De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer. De vensters van de canon van Nederland dienen als uitgangspunt ter illustratie van de tijdvakken.
  • 53 personen en gebeurtenissen
    De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.

Kunstzinnige oriëntatie

54 uitdrukken en communiceren
De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.

55 reflecteren
De kinderen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.

56 cultureel erfgoed
De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.

Bewegingsonderwijs

Bewegingsonderwijs

57 leren deelnemen
De leerlingen leren op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende bewegingscultuur en leren de hoofdbeginselen van de  belangrijkste bewegings en spelvormen ervaren en uitvoeren.

58 leren samenwerken
De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan
bewegingsactiviteiten deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij  activiteiten rekening houden.